Leefstijl en leefstijlbegeleiding steeds prominenter
Het belang om in de gezondheidszorg aandacht aan leefstijl te besteden is de laatste jaren steeds duidelijker geworden. Een gezonde leefstijl helpt ziekten te voorkomen, draagt bij aan een sneller herstel en het voorkomen van complicaties, én helpt patiënten zo goed mogelijk om te gaan met hun (chronische) ziekte.
Toch blijft de leefstijl van veel mensen verre van optimaal: zo rookt 19% van de Nederlanders, drinkt 7% overmatig veel alcohol, heeft de helft overgewicht of obesitas en voldoet slechts 44% aan de beweegrichtlijnen.1
Leefstijl is verantwoordelijk voor ongeveer 20% van de totale ziektelast in Nederland. Het is dan ook logisch dat leefstijl steeds prominenter in de zorg wordt, en dat de discipline van leefstijlgeneeskunde in opkomst is. Denk aan initiatieven zoals leefstijlloketten in ziekenhuizen en leefstijlbegeleiding in de huisartsenpraktijk door praktijkondersteuners.
Verpleegkundigen en leefstijl: allerlei barrières in de praktijk
Ook in de kennisagenda’s en beroepscompetentieprofielen van verpleegkundigen en POH zie je terug dat leefstijl een steeds belangrijkere plaats inneemt. Desondanks ervaren verpleegkundigen ook veel barrières als ze in de praktijk meer willen doen met leefstijlbegeleiding (zie ook het kader).
Barrières die implementatie van leefstijlbegeleiding door de verpleegkundige en POH bemoeilijken zijn bijvoorbeeld een gebrek aan tijd en geschikte hulpmiddelen en materialen. Maar ook onduidelijkheden over de rol van de verpleegkundige of onzekerheid of je voldoende bekwaam bent om dit te doen. Eigen overtuigingen kunnen ook in de weg staan: “deze patiënt heeft het al zo moeilijk en wil vast niet ook nog eens over leefstijl praten”, of “ik heb zelf niet eens een gezonde leefstijl, dus wie ben ik om daar iets over tegen mijn patiënt te zeggen”.
Barrières die verpleegkundigen ervaren:
1. Tijd (o.a. door de huidige financieringsstructuur) |
2. Onbekwaam voelen (kennis, o.a. over gedragsverandering, en vaardigheden) |
3. Te weinig middelen (o.a. voorlichtingsmateriaal) |
4. Taakopvatting/onduidelijkheid over de rol van verpleegkundige |
5. Focus op zorg |
6. Perceptie dat de patiënt niet geïnteresseerd/gemotiveerd is |
7. Patiënt geen schuldgevoel willen geven |
8. Zelf een ongezonde leefstijl hebben |
9. Geen steun/samenwerking met collega’s |
Bron Kroeze W, Hogervorst L, Algra H, van Hogen-Koster S, Steenhuis I. Preventie en leefstijl in de zorg. TVZ, 02-2023.
Ik weet niet hoe en waar te beginnen, dus ik begin er maar niet aan
Dat is het beeld wat een beetje blijft hangen. Verpleegkundigen en POH willen wel, maar het ontbreekt aan praktische handvatten en concrete stappen. De meeste verpleegkundigen/POH hebben wel de ervaring dat het geven van een leefstijladvies alleen niet voldoende is. Er is meer nodig dan adviseren: begeleiden. Maar hoe je dat op een effectieve manier?
Leefstijlverandering is helemaal niet zo gemakkelijk. Ook daarover kunnen we een plaatje vol met barrières maken. Dat betekent niet dat het onmogelijk is, maar wel dat begeleiding en ondersteuning helpen. Deze begeleiding moet zoveel mogelijk gebruikmaken van de beschikbare kennis over leefstijl- en gedragsverandering.
Goede initiatieven
Gelukkig zijn er al veel goede initiatieven. Verpleegkundigen op pijnpoli’s die in een proeftraject leefstijlbegeleiding geven, dialyseverpleegkundigen die met nieuwe kennis over gedragsverandering hun patiënten beter begeleiden om vochtbeperking in de praktijk uit te voeren, een POH-Leefstijlspreekuur, leefstijlbegeleiding bij hartrevalidatie of diabetes, of psychiatrisch verpleegkundigen die met hun patiënten met leefstijl aan de slag gaan. Er gebeurt steeds meer, er zijn echt wel pareltjes te vinden.
Begin ergens
Het is belangrijk dat de barrières geslecht worden, en leefstijl een integraal onderdeel van het werk van de verpleegkundige wordt. Dat gaat niet van de een op de andere dag. Er moet hard gewerkt worden aan het verbeteren van de randvoorwaarden zoals beschikbare tijd en bekostiging. Daarnaast gaat het alleen lukken wanneer je als verpleegkundige ergens begint. Realiseer je dat je niet in één keer het perfecte plan hoeft te hebben. Het is belangrijk om ergens te beginnen, hoe klein ook.
Bijvoorbeeld door met je collega’s over je eigen overtuigingen over leefstijl te praten en je zo bewust te worden hoe dat jouw begeleiding van patiënten beïnvloedt.
Of door het LeefstijlCanvas te bekijken en de volgende keer in een gesprek met patiënten één van de vragen van het LeefstijlCanvas te bespreken.
Of door een boek te lezen over leefstijlbegeleiding door zorgprofessionals: ‘Ik ga het gewoon doen; Waarom leefstijl en gedragsverandering moeilijk is en hoe het wel kan’.
Of door een podcast te luisteren over leefstijlbegeleiding in de zorg.
Of door een scholing te volgen. Speciaal voor verpleegkundigen is de scholing Verpleegkundig Coach Gedrag en Leefstijl ontwikkeld. Daarin leer je over verschillende leefstijlfactoren, gedragsverandering, motiveren en hoe jij dat in jouw praktijk als verpleegkundige toe kunt passen.
Verpleegkundigen: pak de handschoen op en maak leefstijl en leefstijlbegeleiding een vast onderdeel van je zorgpraktijk. Je hoeft het niet alleen te doen, en je hoeft het niet perfect te doen. Maar door te beginnen, maak je al een wereld van verschil.
Bronnen
Kroeze W, Hogervorst L, Algra H, van Hogen-Koster S, Steenhuis I. Preventie en leefstijl in de zorg. TVZ, 02-2023. https://www.tvznext.nl/magazine-artikelen/preventie-en-leefstijl-in-de-zorg/
NHG, Praktijkhandleiding leefstijl, 2024. https://www.nhg.org/actueel/nieuw-praktijkhandleiding-leefstijlbegeleiding/
vzinfo.nl, https://www.vzinfo.nl/alcoholgebruik/infographic
1 De beweegrichtlijn beveelt 150 minuten matig intensieve beweging per week en minimaal 2 x per week spier- en botversterkende activiteiten aan. Voor ouderen komen daar balansoefeningen bij. Daarnaast geldt het advies om veel stilzitten te voorkomen. Voor kinderen gelden andere richtlijnen.
https://www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/beweegrichtlijnen/